Ik wil van mijn ego af. Ik wil alleen nog maar onvoorwaardelijk liefhebben. Ik wil mijn negatieve overtuigingen kwijt.
Wat zeg je eigenlijk als je dat zegt?
Volgens mij zeg je dan: ik wil een nog betere en liefdevollere versie van mezelf worden.
En als je dat tegen jezelf zegt, dan versterk je van binnen je illustere trio: je neiging om je best te doen, je neiging om alles te rationaliseren en te verklaren en je neiging tot zelfkritiek.
Je versterkt dus je ego. Je geeft je spirituele pusher alle ruimte om je leven te bepalen, nu vanuit een nieuwe, mogelijk nog dwingendere set van hoogstaande idealen waar je aan moet voldoen.
Je kunt niet van je ego af. Hoe harder je dat probeert, hoe groter je ego wordt.
Wat je wel kunt doen, is die delen van jouw ego die te bepalend zijn geworden, te ontslaan van hun verantwoordelijkheid om je gelukkig te maken.
Je best doen, maakt niet gelukkig.
Rationaliseren maakt niet gelukkig.
Zelfkritiek maakt niet gelukkig.
Laat die delen van je ego eens uitrusten en voel de rust en de ruimte waarin je toegang krijgt tot andere delen van je ego. Delen die op een meer vanzelfsprekende en ontspannen manier kunnen bijdragen aan jouw geluk.