De huidige ideologie is dat je jezelf moet accepteren zoals je bent en dat de ander jou ook moet accepteren zoals je bent. Voor een deel is dat absoluut waar. Het is belangrijk om de ander te accepteren zoals hij is. Om te aanvaarden dat er positieve en negatieve aspecten aan je partner zitten. Om jezelf toe te staan om je maskers te laten vallen en helemaal jezelf te zijn in een relatie.
Maar “ik ben nou eenmaal zo” kan ook een smoes zijn om je niet te hoeven aanpassen aan de ander. Het is wel makkelijk om te zeggen: “mijn partner vindt het veel sneller een rommel dan ik” om daarmee onder huishoudelijke klusjes uit te komen. Of met een “ik kan niet koken” je partner te dwingen om iedere dag een gezonde maaltijd op tafel te zetten. En door te zeggen: “ik sport nou eenmaal vier avonden in de week”, je partner te bombarderen tot thuiszitter. Accepteren wie je bent, betekent niet meteen dat de ander dan de klussen op gaat knappen die jij niet prettig vindt. Accepteren wie de ander in essentie is, betekent absoluut niet dat je alle eigenaardigheden en gedrag van elkaar zonder meer aanvaardt. Je bent bij elkaar om elkaar te stimuleren om je gebreken en tekortkomingen te overwinnen en boven jezelf uit te stijgen.
Het effect van kritiek
De meeste mensen denken dat kritiek geven op hun partner gaat leiden tot ander gedrag. Als je maar nauwkeurig genoeg onder woorden brengt wat de ander verkeerd doet, komt het vanzelf goed, is de achterliggende onuitgesproken gedachte. Maar kritiek kan je relatie ook volkomen ondermijnen. De kans is groot dat je partner een van de primaire reacties op gevaar gaat vertonen: vechten, vluchten of bevriezen.
Veel mannen en vrouwen passen zich in hun relatie aan uit angst voor hun kritiek. Vrouwen gaan soms extra vechten voor de relatie. Ze gaan nog meer hun best doen. Mannen zijn eerder geneigd om het op te geven en nog maar nauwelijks initiatieven nemen. Als ze niet het gevoel hebben dat ze het ooit goed kunnen doen, doen ze liever helemaal niks meer. Vluchten in de armen van een ander wordt door zowel mannen als vrouwen gedaan.
Elkaar opvoeden – hoe dan wel?
Van alleenstaanden wordt wel eens gezegd dat ze zo eigenaardig worden omdat niemand ze meer corrigeert. Niemand heeft last van de consequenties van hun gedrag en niemand roept ze meer tot de orde. In een relatie kun je de ander niet modelleren naar jouw wensen. Wel heb je de gelegenheid en de taak om de taak om elkaar een beetje op te voeden.
Tips voor -wederzijdse- ‘opvoeding’ in de relatie
1. Leer te vragen om wat je zelf wilt. Leer de ‘ik -boodschap’ zodat je kunt communiceren vanuit jezelf in plaats van te beschuldigen.
2. Maak afspraken over wat je samen wilt. Controleer geregeld samen of die afspraken daadwerkelijk uitgevoerd worden (zie punt 3.). Bespreek ook zo nu en dan of de afspraken nog kloppen. Omstandigheden veranderen en dan kan het zijn dat afspraken bijgesteld moeten worden.
3. Praat op wekelijkse basis met elkaar. In de drukte van alledag zie je dat er in veel relaties eigenlijk maar weinig aandacht wordt besteed aan wekelijks overleg.
4. Leer elkaar de waarheid te zeggen. Durf ruzie te maken en te verdragen om onaardig gevonden of zelfs afgewezen te worden door je partner.
5. Verbind consequenties aan -zich herhalend- slecht gedrag
Je gemopper is meestal onvoldoende aanleiding voor je partner om te veranderen. Zonder consequenties, is er geen urgentie om te veranderen. Kom dus in actie.
Conclusie
Om een relatie te hebben, is het nodig om bereid te zijn om je te laten bijsturen én om de ander bij te sturen. Verwacht niet van de ander dat hij of zij vanzelf rekening houdt met jouw wensen. Maak je wensen kenbaar. Geef je grenzen aan en handhaaf ze. Dat maakt het makkelijker om dan onderlinge verschillen te aanvaarden en te genieten van ieders eigen inbreng.