Een goede relatie staat of valt met echte aandacht voor elkaar. Ook aandacht voor elkaars zieleroerselen, gevoelens, ergernissen en uitdagingen. Maar vaak praten we door elkaar heen en luisteren niet echt. De één voelt zich snel aangevallen als de ander onvrede uit. En misschien worden alle problemen ook wel gebracht als een verwijt, zodat het niet gek is dat je in de verdediging schiet. Dan ontstaat al snel een conflict. En als je probeert meteen oplossingen aan te dragen voor een gerezen probleem, stokt het gesprek vaak. Gevolg: je hebt wel gepraat, maar je voelt je geen van beiden gehoord. Zeker als gesprekken vaak uitlopen op ruzies, vermijd je om nog een gesprek met je partner aan te knopen. Daar kun je wat aan doen. Je kunt leren naar elkaar te luisteren en ook leren om te communiceren vanuit jezelf in plaats van in de vorm van een verwijt.
Om daarmee te oefenen, is het tien-minuten gesprek een handig instrument. Beiden krijgen ononderbroken de tijd om te vertellen wat hen bezig houdt. De één vertelt en de ander luistert alleen en valt dus niet in de rede.
Je hoeft niet bezig te zijn met wat je terug gaat zeggen, je mag als jij aan de beurt bent niet eens ingaan op de inhoud van de ander. Dat geeft ontspanning. Je kunt je aandacht volledig aan de ander geven. Ondertussen leer je om te praten over je gevoelens én met oprechte aandacht in alle rust naar de ander te luisteren. Twee vaardigheden die veel mensen in hun gezin van herkomst niet geleerd hebben.
Het tien-minutengesprek is een zeer effectieve methodiek om gelijkwaardige communicatie te bevorderen en dingen bespreekbaar te maken zonder dat er meteen ruzie over ontstaat. Je spreekt af om iedere dag, of een paar keer in de week met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren.
Spreek daarom met elkaar een paar keer in de week af om
Gelegenheid scheppen
Het begint met het scheppen van gelegenheid. Spreek met elkaar af wanneer je het gesprek zult hebben, zorg ervoor dat je niet onderbroken kan worden, zet de telefoon op vliegtuigstand.
Tijd splitsen
Je begint met het splitsen van de tijd: ieder krijgt tien minuten. Neem een kookwekker om de tijd strikt te verdelen. Tijdens de eerste tien minuten praat de één en luistert de ander. Na tien minuten draai je het om. Dan spreekt de ander en luistert de één. De tweede mag NIET reageren op wat er door de eerste is gezegd, maar vertelt zijn of haar eigen verhaal. Het is natuurlijk even oefenen om niet te reageren op wat de ander gezegd heeft, maar het is wel belangrijk.
Ik-boodschap
Als het jouw beurt is om te praten, oefen dan in het geven van ik-boodschappen. Vermijd zoveel mogelijk zinnen die beginnen met een jij. Praat zoveel mogelijk over wat je zelf ervaart en verlangt. Gebruik je tijd om vanuit contact met jezelf te communiceren met de ander. Je bent vrij om invulling te geven aan de eigen tijd. Je kunt vertellen wat je die dag hebt meegemaakt, waar je naar verlangt, wat je graag zou willen doen, waar je behoefte aan hebt en natuurlijk ook waar je je aan het geërgerd van de ander. Vertel dan wat het gedrag van de ander met jou heeft gedaan. Dus dat betekent zinnen als: ‘ik voel me machteloos’, ‘ik voel me eenzaam’, ik voel me klein’, ‘ik voel me genegeerd’ (in plaats van: ‘jij vernedert me’, ‘negeert me’ en andere beschuldigende boodschappen.
Niet reageren
Als jij aan de beurt bent, mag je NIET ingaan op wat de ander heeft gezegd. Pas tijdens het volgende tien minutengesprek mag je terugkomen op wat de ander heeft gezegd. Dan begint degene die de vorige keer als laatste geëindigd is.
Luisteren
Vooral het luisteren zonder te reageren zal in het begin even wennen zijn. Het dwingt je om je werkelijk bezig te houden met de ander en er niet gelijk je eigen mening of gevoel tegenover te zetten.
Stop ook echt na de oefening
Als de oefening is afgelopen, stop dan ook echt met praten. Ga allebei even wat anders doen of ga samen zwijgend een stukje wandelen. Geef wat er gezegd is tijd om te bezinken.